Dat zowel de woondensiteit (aantal bewoners per km²) als de bebouwingsgraad (percentage bebouwde oppervlakte tov beschikbare ruimte) van de woonwijk Sint-Pieters-Buiten, gelegen tussen Leie-Ringvaart-Krijgslaan en Sint-Pieters-Station, nagenoeg het dubbele bedraagt van het gemiddelde voor de Stad Gent bleek reeds uit eerdere artikels op onze website (zie hier en hier).
Desondanks resten er in de wijk toch nog een behoorlijk groot aantal -zowel private als publieke- open binnengebieden.
Twaalf daarvan liet Stad Gent in 2004 onder de noemer "Gent zuidelijke Stationsomgeving - Verdichting Binnengebieden" (Deel 1, 2 en 3) in kaart liet brengen, zie: http://www.projectgentsintpieters.be/beeld/presentaties. Bij Besluit van 01 juli 2004 besliste het College van Burgemeester en Schepenen van Stad Gent dat deze studie zal gebruikt worden "als toetsingskader voor spontane initiatieven."
Leegstand en verloedering Stad Gent
De bijzondere belangstelling van de Stad om Sint-Pieters-Buiten "te verdichten" is des te opmerkelijker in het licht van de enorme leegstand van bestaande woningen waarmee Gent te kampen heeft.
Zo blijkt uit het Jaarverslag 2013 van de Dienst Woon-en Bouwtoezicht van de Stad dat er elke dag een nieuw leegstaand pand aan de "Lijst van Leegstand en Verkrotting" wordt toegevoegd. Officieel staan intussen 344 panden op die lijst, maar volgens onder meer "Precaire Puzzel", een bewonersgroep uit de Brugse Poort, is dit "slechts het topje van de ijsberg" en telden zij vorig jaar in hun wijk alleen al meer dan 176 leegstaande panden.
Met de leegstand van sociale woningen is het zo mogelijk nog dramatischer gesteld: 11% van de Gentse sociale woningen staat leeg (goed voor 1504 woningen in totaal), en in sommige buurten, zoals Palinghuizen, loopt dit op tot méér dan 20%.
Voor heel Vlaanderen stond de teller van leegstaande sociale woningen in april 2013 op bijna 8500, of een toename van de leegstand met 6,4 procent ten opzichte van een jaar geleden.
Dat het debat rond de noodzaak van "verdichting" hiermee aan enige nuancering toe is, blijkt hieruit wel overduidelijk.
